[gallery ids="19030,19031,19032,19033,19034,19035,19039,19038"]
Indian summer, zo noemt men het in de VS. Een veel poëtischer en schilderachtiger term dan onze eigen 'nazomer'. Dat wil echter niet zeggen dat het begin van de herfst ook in Nederland zo nu en dan geen wonderschone dagen kent. Donderdag 8 oktober was zo'n dag. Met aangename temperaturen, eindeloze, amberkleurige vergezichten en wolkenluchten die niet zouden misstaan op een doek van Jacob van Ruysdael. Deze Hollandse meester had echter niet kunnen bevroeden dat het meteorologische fenomeen dat hij zo tijdloos uitbeeldde, eeuwen later symbool zou staan voor een van de meest transformerende ontwikkelingen in het IT-domein.
Anno 2015 is ‘de cloud’ echter niet meer weg te denken uit de dagelijkse realiteit van zowel particulier als bedrijfsleven. Clouddiensten stapelen zich in rap tempo op, waarmee de lucht steeds verder gevuld raakt met mogelijkheden, maar ook met uitdagingen. Hoogste tijd dus om de gevolgen van deze trend en de strategische keuzes waarmee organisaties zich daardoor geconfronteerd zien nader te bespreken. Ruim 40 enthousiaste IT-beslissers hadden zich daartoe verzameld in het schitterende paviljoen van Inn Style aan de boorden van de Maarsseveense plassen, waaronder uiteraard ook het voltallige team van CIONET Nederland.
Waar de beide dames Marita Vleugel en Floortje Akkerman zorgen voor de traditionele warme ontvangst bij de entree, is het Frits Bussemaker die op een even zozeer vertrouwde en hartelijke wijze het spits afbijt met een openingswoord. Hij heet alle aanwezigen welkom op het event, dat tegelijkertijd plaatsvindt met NextStep Benelux, een jaarlijkse conferentie van CIONET business partner OutSystems. In dat kader haast Frits zich het woord te geven aan Paulo Rosado (CEO OutSystems), die vanwege een strak (vlucht)schema als eerste de vloer krijgt voor een korte, maar krachtige pitch. De bestuursvoorzitter verhaalt met gepaste trots over het Rapid Application Delivery (RAD) platform, dat het organisaties mogelijk maakt in een handomdraai apps te ontwikkelen én te integreren met bestaande databases en systemen. “RADically different” zoals het van origine Portugese OutSystems het omschrijft.
Terwijl de OutSystems-topman onder een klaterend applaus weer vlug het toneel verlaat, vervolgt Frits zijn intro met een korte update over de ‘stand van het land’. CIONET verkeert in blakende vorm; groeit nog altijd sterk en dus zit er met Jan van Gorsel (founder ChangeVision) ook vandaag weer een nieuw gezicht in de zaal. Daarnaast is het programma voor de aankomende maanden onveranderd rijk gevuld. Zo organiseert CIONET op de meest digitale datum van het jaar (11-11) de Trailblazer Day, is men tevens betrokken bij de European digital leadership summit CIO CITY 2016 én start begin 2016 de derde leergang ‘CIO als Commissaris’. Bovendien biedt CIONET bij monde van Jeroen Kleinhoven haar leden de gelegenheid tot een unieke driedaagse trip naar Dublin, om aldaar van 3 tot 5 november de jaarlijkse Web Summit bij te wonen. Een onvergetelijke, buitengewoon leuke ervaring aldus Jeroen, die daarin spontaan bijval krijgt van CIONET Advisory Board member Wouter Schmitz.
Nadat Frits ook nog heeft aangekondigd plaats te zullen nemen in de jury voor de Dutch Digital Leader Award - die op 10 december 2015 uitgereikt zal worden op het Management & IT Symposium - is het tijd voor de eerste van de drie presentaties. Jeroen Aris bijt het spits af. Hij werkte jarenlang voor Heineken, waarna hij vorig jaar naar eigen zeggen de overstap maakte ‘van drank naar drugs’ en aan de slag ging bij Teva Pharmaceuticals. Als Global Infrastructure Architect is hij hier wereldwijd verantwoordelijk voor cloudadoptie en het aansluiten van cloudomgevingen op bestaande infrastructuur. Het IT-landschap van Teva wordt gekenmerkt door groei via overnames (waardoor iedere keer legacy toegevoegd wordt) en strenge eisen op het gebied van validatie en security. Zoals zoveel organisaties staat Teva daarbij voor de strategische keuze wat wel, en wat vooral ook niet buitenshuis te plaatsen.
De IT-strategie van Teva valt volgens Jeroen grofweg onder te verdelen in twee stappen: van ‘fix the foundation’ (consolidatie/standaardisatie van de bestaande infrastructuur en de uitrol van standaard applicaties) naar ‘digital Teva’ (het strategisch inzetten van IT in de value chain). Een noodzakelijke verandering, omdat de gezondheidszorg wordt gezien als een volgende markt die getransformeerd zal worden door digitale disruptie. Momenteel werkt Teva al deels in de cloud; de farmaceutische gigant maakt onder meer gebruik van SAP, Salesforce en IBM’s Watson. Jeroen legt uit dat het aansluiten van nieuwe cloudomgevingen in vier fases geschiedt. Tijdens de intake (1) checkt men compatibiliteit met bestaande infrastructuur, alvorens de boel fysiek aan te sluiten (2) door accounts aan te maken, data interfaces en service integratie te bewerkstelligen en het geheel grondig te testen. Na deze aanloopperiode gaat men tijdens de ingebruikname over tot support (3). Wordt de cloudoplossing op termijn weer afgestoten, dan volgt tot slot een beëindigingsfase (4).
Na deze heldere procesbeschrijving is het de beurt aan Jan van Alphen om te vervolgen met een keynote over het spanningsveld tussen digitale identiteit en privacy, waar hij als voorzitter van de BTG (Branchevereniging Telecommunicatie Grootgebruikers), maar zeker ook als strategisch adviseur ICT van het Universitair Medisch Centrum, Utrecht regelmatig mee te maken heeft. Jan stelt dat regie op gegevens daarbij een belangrijk thema vormt; de burger/consument/patiënt wordt steeds meer geacht regie te voeren over de eigen data. Maar wie is er nu eigenlijk daadwerkelijk eigenaar van die data? Wie heeft er zeggenschap over en wie mag het inzien? Dit ligt alleen al juridisch gezien uiterst complex, zeker wanneer het gevoelige informatie (denk aan medische gegevens) betreft. Jan signaleert een zich terugtrekkende overheid, die weliswaar regulerend en toezichthoudend aanwezig is, maar voor het overige steeds meer overlaat aan de markt. Daar ziet Van Alphen ruimte voor een goed, constructief opgezet, ‘partnership’ tussen overheid en bedrijfsleven. Hij sluit dan ook af met een warm pleidooi voor een publiek-private samenwerking, niet alleen in nationaal verband maar ook zeker op internationaal niveau. Iets waar BTG zelf in Nederland én via de internationale zusterorganisaties al druk doende mee is. Dergelijke samenwerkingsverbanden zouden kunnen zorgen voor een veilige balans tussen innovatie en standaardisatie. Want, zo zegt de BTG-voorzitter, haast is geboden. Al was het alleen maar om dat diverse commerciële partijen, zoals Apple en Google, met vergevorderde initatieven op dit gebied.
De slotpresentatie is deze middag aan Hessel Dikkers. Hessel is na een lange carrière in het bankwezen sinds juni 2012 CIO bij de Nederlandse Spoorwegen, alwaar hij bij zijn aantreden een volstrekt gefragmenteerde IT-infrastructuur aantrof. Allerlei vormen van sourcing liepen kriskras door elkaar, als spoorlijnen op een rangeerterrein. Daarbij bleek veel software en hardware verouderd en was er sprake van hoge kosten, lock-in door huidige leveranciers, instabiliteit en een hoge mean time to repair. Hier moest snel iets veranderen; een nieuwe sourcing strategie was nodig. Deze werd in samenwerking met IBM ontwikkeld en omvatte drie hosting scenario’s: ‘improve by default’ (migratie 70% van de applicaties naar private cloud), ‘innovate if possible’ (20% naar public cloud) en ‘repair if we have to’ (sterfhuisconstructie voor 10% die legacy hosting nodig heeft).
Op het moment van schrijven zijn er al zo’n 400 applicaties ‘door de wasstraat gegaan’, zoals Hessel het omschrijft. Deze draaien nu op de private cloud, voornamelijk op basis van IaaS. Op het gebied van de public cloud is men minder ver dan gehoopt: 5 legacy datacenters zijn weliswaar al uitgefaseerd, maar er zijn er nog steeds 3 te gaan. Het is echter belangrijk dat deze operatie zo snel mogelijk wordt afgerond, want de kostenbesparing die dit oplevert kan aangewend worden om te investeren in redundancy. Tegelijkertijd werkt de NS ook aan de realisatie van een nieuwe desktop, waarbij het gros van de werknemers gebruik moet gaan maken van een virtual of webbased variant. Hessel rondt af door zijn blik op het spoorboekje te richten en enkele belangrijke naderende tussenstations richting zijn eindbestemming te definiëren: de sluiting van resterende legacy data centers (2016), het implementeren van public cloud integration (2016) en het uitrollen van de desktops (2015-2016).
Zo blijken er op deze zonnige dag toch een hoop wolken in aantocht. De diverse presentaties overziend is er geen twijfel over mogelijk: de transformatie van IT-organisaties door cloudoplossingen is in volle gang. En alhoewel dit uiteraard de nodige eisen stelt aan infrastructuur en strategie, lijkt een verandering van mindset de sleutel tot het welslagen van de transitie. Een gedachte die treffend wordt verwoord door CIONET Advisory Board member Johan de Wit: “De helpdeskmedewerker die voorheen gewend was slechts zijn eigen systemen te monitoren, zal nu een end-to-end mentaliteit moeten ontwikkelen om de hele keten te kunnen overzien.” Het bewerkstelligen van deze denkomslag vormt misschien nog wel de grootste uitdaging voor de CIO. Wat dat betreft, lijken cloudoplossingen op sommige vlakken weliswaar een geschenk uit de hemel, maar is het anderzijds geenszins luchtige materie.
Auteur: Frank Verduijn
No Comments Yet
Let us know what you think